Een PTR-record (of Pointer Record) staat ook bekend als een ‘reverse record’. Een PTR-record koppelt een IP-adres aan een hostnaam inplaats van een hostnaam aan een IP-adres zoals met een A-record.
Als je een (eigen) mailserver hebt, dan is het verstandig ook een PTR-record aanmaken. Een PTR-record zet een IP-adres om in een hostnaam. Waar zou dat goed voor zijn? Mailservers controleren (soms) of de verzendende server van een e-mailbericht zich wellicht als een andere server voordoet dan deze daadwerkelijk is. Door de aanwezigheid van een PTR-record kan de ontvangende server controleren of de verzendende server bijvoorbeeld inderdaad mail.qdc.nl is:
166.227.79.212.in-addr.arpa 86400 IN PTR mail.qdc.nl
Het IP-adres wordt omgezet in een hostnaam. De mailserver groet elke server met EHLO (of HELO) mail.qdc.nl. Wanneer de ontvangende mailserver controleert op een PTR-record, vraagt deze het IP-adres van de hostnaam op, controleert of deze overeenkomt met het IP-adres waarmee de verbinding is gemaakt en doet daarna een reverse lookup op het IP-adres om te kijken of ook daar de hostnaam weer terugkomt. Is dit niet het geval, dan zal het e-mailbericht geweigerd worden.
Een PTR-record moet je aanvragen bij de provider en eigenaar van het IP-adres (want deze is verantwoordelijk voor de reverse lookup zone). Dit is enkel mogelijk als je een vast IP-adres hebt. Je kan geen PTR-record aanmaken bij een DNS provider.
Het aanmaken van een PTR-record is toegankelijk gemaakt in de DNS omgeving, enkel wordt dit niet ondersteund doordat QDC geen eigenaar is van de IP adressen.