Voor het correct functioneren van een geïnstalleerd SSL certificaat, dienen ook de CA root en intermediate certificaten geïnstalleerd te worden op de betreffende server. De bijbehorende root en intermediate certificaten zijn te vinden op onze Kennisbank.
Deze instructie is bedoeld voor het installeren van de root certificaten bij het gebruik van een Exchange of Windows server. Het volgen van deze instructie is niet noodzakelijk wanneer het SSL certificaat in eerdere stappen in combinatie met de root en intermediate certificaten is geïnstalleerd middels een .p7b bestand.
- Sla de root certificaten op de server op, in een locatie waar deze eenvoudig terug te vinden zijn. Meerdere certificaten kunnen worden opgenomen in een PFX, p12, P7B, crt of SST bestand.
- Open het Microsoft Management Console, bijvoorbeeld door te gaan naar Start – Uitvoeren en MMC in te typen.
- Kies File en selecteer Add/Remove Snap in, klik op Add.
- Selecteer Certificates vanaf de Add Standalone Snap-in venster en klik op Add.
- Kies vervolgens voor Computer account en Next.
- Selecteer Local computer en Finish om door te gaan.
- Sluit het Add Standalone Snap-in venster en klik op OK in het Add/Remove Snap-in venster.
- Keer terug naar het MMC venster.
- Klik met de rechter muis knop op Trusted Root Certification Authorities en te navigeren naar All Task, Import.
- Klik op Next wanneer het Certificate Import Wizard wordt opgestart.
- Kies voor Browse en navigeer naar de locatie waar het root certificaat is opgeslagen. Selecteer het certificaat en kies OK, Next en Finish om door te gaan.
- Herhaal bovenstaande stappen (inclusief de optie Intermediate Certification Authoritites) tot alle root en intermediate certificaten zijn geimporteerd. Controleer of deze aanwezig zijn in Trusted Root Certification Authorities en Intermediate Certification Authoritities. Dit in het geval er niet is gekozen om alle root en intermediate certificaten in één bestand te importeren.
- Herstart de volledige server.